Sportvissen
Deel 1
"Ja, sportvissen, wat is dat nou eigenlijk, zijn dat vissen die aan sport doen? Of……."
—Jan Kiewiet Sportvisser
Ja, sportvissen, wat is dat nou eigenlijk, zijn dat vissen die aan sport doen? Of……
Nee, vissen is een sportbeleving waarbij ervaring wordt opgedaan met het vangen van een vis, dus niet uit commercieel oogmerk voor consumptie, of om er wat aan te verdienen.
Vroeger, heel vroeger dus, leefde men onder andere van de jacht en de visserij. Dat doen de huidige (sport) vissers dus niet, die behandelen doorgaans de gevangen vis met het nodige respect om deze vervolgens weer terug te zetten, vaak met de mededeling: ‘ga je grote broer halen’. Dit in de hoop om een grotere vis te vangen, want hoe groter hoe sterker is wat de sportvisser liever heeft, want er wordt dan natuurlijk meer sport aan het vangen beleefd.
‘Is dat zielig voor de vis’ hoor ik menigeen denken. Nee, want vissen ervaren geen pijn. Wat uitgekomen is in een wetenschappelijk onderzoek. Vissen voelen dus geen pijn op de manier zoals zoogdieren dat doen. Dat zegt een team van internationale neurobiologen, gedragsecologen en viswetenschappers. De onderzoekers concluderen dat vissen niet de neurofysiologische capaciteit hebben voor het bewustzijn van pijn. Vissen lijden dus niet aan pijn.
Wel ervaren ze een vorm van belemmering in het wegzwemmen, en ik kan u vertellen dat alle vissoorten instinctmatig er op een manier vandoor kunnen gaan waarbij ze er blijk van geven zich totaal niets aan te trekken van de haak die ze op dat moment in hun bek hebben. Vissend met de vaste hengel betekend dit dat het elastiek er soms volledig uit getrokken wordt, of wanner men vist zonder elastiek, de hengel behoorlijk krom getrokken kan worden.
Vist men met de feeder/werphengel dan kan deze fraai krom gebogen staan en kan een goed afgestelde slip zich goed laten horen. Na een spannende dril kan de vis dan ‘geland’ worden in het daarvoor bestemde schep- of landingsnet. Heeft men de vis bewonderd dan wordt deze met de nodige zorg teruggezet in het natte element. De wedstrijdvisser doet deze dan zolang in een ruim leefnet, waarna de totale vangst gewogen wordt, waarna de vissen weer in vrijheid worden gesteld.
‘Is vissen een sport’ is een veel gestelde vraag.
Veelal vindt men over het algemeen dat stilzitten langs de waterkant nou niet echt tot de verbeelding spreekt van iemand die echt keihard sportief bezig is. Vissen op zich is inderdaad wel een rustgevende bezigheid, dat is zeker. Althans als het alleen over het vissen op zich gaat dan is dat inderdaad zo. Maar vergist u zich niet. Voordat men eenmaal kan gaan zitten is er heel wat werk verricht, althans door de gemiddelde wedstrijdvisser, en dan heb ik het nog niet eens over de karpervisser. Wil men als wedstrijdvisser hierin mee komen is een goede viskist om op te zitten waarin al het klein materiaal ten behoeve van het vissen in zit, onontbeerlijk. Een lichte goede hengel van een respectabele lengte is ook een pré, tegenwoordig is daarin volop keus. Dat geldt tegenwoordig voor al het vismateriaal. Hadden we vroeger gewone sportvis winkels, tegenwoordig zijn dat meestal grote sportvis supermarkten.
De wedstrijdvisser:
Wat moet er zoal mee naar de waterkant voor de gemiddelde wedstrijdvisser. Laten we beginnen met een goede hengel. Dan is nog nodig een schep- of landingsnet, een goed leefnet, een paraplu, voer, aas en de nodige tuigen, en niet te vergeten, een zogeheten zitkist waar al het kleimateriaal in kan worden opgeborgen en waarop we dus kunnen zitten, goede warme en waterdichte kleding. Vissen we met een lange hengel dan is een afsteekroller erg makkelijk. Dan even over de viskist, vaak uitgevoerd met een voetensteun, die dan als zodanig op zes poten rust. De oevers zijn zelden of nooit mooi vlak, en dan is een goed stevig plateau vaak nodig, zeker langs onze rivieren met zijn schuine oevers en veel stenen. Op de viskist hebben is een hengelsteun erg praktisch, een steun voor het leefnet en een plateau waarop het aas kan staan, het voer zit vaak in een teiltje dat ook aan de viskist hangt in een speciale ring, het voer wordt meestal klaargemaakt in een grote emmer met een passende zeef om het gemaakte voer te zeven. En mocht het zo zijn dat we ver moeten lopen om bij de visstek te komen dan is een goed transportkarretje ook welkom. Al met al kunnen we zeggen dat een gemiddelde auto behoorlijk volgeladen is.
Vissers;
staan vaak vroeg op, rijden naar de visstek en brengen al het materiaal naar de waterkant en gaan de stek opbouwen, daar is men al gauw een dik half uur tot drie kwartier mee bezig. Het voer kan worden klaar gemaakt om straks de nodige voerballen te draaien. Als we eenmaal kunnen zitten, dan kan het peilen beginnen, de voerballen maken en klaar leggen en als het signaal gegeven wordt mag er gevoerd en gevist worden. Dat betekend een aantal uren lang een hengel hanteren en alert zijn op aanbeten, dus al met al sport genoeg.
Een wedstrijdhengel ;
weegt een kleine 1000gr. maar al die tijd een lange hengel vasthouden waarbij het dunne uiteinde al die tijd precies op het zelfde plekje moet blijven is beslist geen makkie, zeker niet als er ook nog eens een stevige dwarse wind waait. Is er dan een aanbeet moet men zeer alert reageren en de vis aanslaan, op een manier dat de haak het liefst in de lip zit. Vervolgens de hengel naar achteren trekken tot daar waar de hengel gedeeld moet worden op de juiste lengte opdat de vis binnen schepnet bereik gedrild kan worden.
Zit het vissen erop;
ja dan mag alles weer keurig netjes de auto in. Een laatste inspectie van de visplek of alles netjes en schoon wordt achtergelaten. Eenmaal thuis gaat alles weer terug op zijn plaats en wordt in de tussenliggende tijd alles weer in orde gemaakt voor de volgende sessie of wedstrijd. Is alles nat dan is het verstandig om alles goed te laten drogen. Dus de hengel in delen uit elkaar halen en droog maken en verder laten drogen zodat ook de binnenkant weer droog is.
"tot zover deel 1 binnenkort volgt deel 2."
—Jan Kiewiet Sportvisser